Kerktoonladders (?)

Heb je iets te vragen over je techniek? Lastige muziektheorie? Wil je je kennis met het forum delen? Post het hier!
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Toefes
Berichten: 462
Lid geworden op: 29 mar 2009, 17:00

Kerktoonladders (?)

Bericht door Toefes »

Beste iedereen,

Kan iemand mij uitleggen hoe de kerktoonladders (Lydisch, Ionisch etc.) werken en hoe ze zijn opgebouwd? Ik begrijp er namelijk helemaal niks van :P
Ik heb deze link wel nog erover gevonden:
https://www.popschoolmaastricht.nl/colle ... adders.php" onclick="window.open(this.href);return false;

Maar misschien kan iemand het mij wat duidelijker uitleggen? :)

Thanks!
Gebruikersavatar
Angelo
moderator
Berichten: 22940
Lid geworden op: 23 feb 2008, 00:44

Bericht door Angelo »

Even zoeken op BGF helpt ook :-)

https://www.basgitaarforum.nl/viewtopic. ... rs#p490933" onclick="window.open(this.href);return false;
De wereld wordt een stuk complexer als je overal een probleem van denkt te moeten maken.

Angelo's Rock Orphanage | ISKC Rock Radio The Prog Files | DJ Morgana's Metal Madhouse |
Gebruikersavatar
bastaart
Berichten: 2092
Lid geworden op: 23 jan 2006, 01:12

Bericht door bastaart »

In laatste twee uitgaves van De Bassist staan twee uitgebreide workshops over kerktoonladders met voorbeelden.
New Advanced Slap Books: Next Level Slap Bass Vol. 1&2
https://nextlevel-slapbass.com/
New solo album Barend Tromp ft. Michael Manring on Bandcamp and Spotify
https://subcontinentalrecords.bandcamp. ... fish-tales
gitaarles en basles in Weert
https://www.gitaarschoolweert.nl
WouterTron
Berichten: 800
Lid geworden op: 23 sep 2009, 19:14

Bericht door WouterTron »

De kerktoonladders zijn de verschillende ladders die ontstaan wanneer je een majeurtoonladder begint te spelen vanaf een andere plek dan de eerste toon. Aangezien er 7 verschillende tonen in de majeurladder zitten (het octaaf, de 8ste noot, dus niet meegeteld), zijn er 7 mogelijke vertrekpunten en dus 7 verschillende kerktoonladders.

Alle ladders bevatten 7 tonen, maar ze klinken allemaal iets anders. Dat komt doordat een toonladder altijd uit halve en hele stappen bestaat, maar deze - afhankelijk van waar je de ladder begint - niet altijd op hetzelfde moment komen. Door die verschillende halve en hele stappen zijn immers de toonsafstanden, oftewel de intervallen, ten op zichte van de grondtoon verschillend. Daarover straks meer.

De zeven intervallen in een ladder krijgen altijd dezelfde algemene naam: we hebben altijd een prime (spreek uit: priem), secunde, terts, kwart, kwint, sext en een septiem. De eerste is de grondtoon, de secunde de tweede toon, etc. Vaak worden ze om die reden gemakshalve ook wel met een nummer aangeduid en spreekt men bijv. van "de drie" i.p.v. "de terts" of "de vijf" i.p.v. "de kwint".

Hoewel echter alle kerktoonladders deze zelfde verzameling van zeven intervallen bevatten, verschillen ze intern wel. Intervallen kunnen namelijk verlaagd of verhoogd worden (met één of meerdere halve stapjes). Ze krijgen dan het bijvoeglijk naamwoord groot/klein, of gewoon verhoogde/verlaagde of zelfs kruis/mol. Het hangt van de enharmonische regels af welke precies van toepassing is, maar dat is nu niet zo erg belangrijk. Een prime blijft altijd een prime en kan niet verhoogd of verlaagd worden (bedenk zelf maar waarom dat eigenlijk logisch is).

Een praktisch voorbeeld van hoe de kerktoonladders/modi worden opgebouwd, met als referentie (hoe kan het ook anders) C-majeur. De normale majeurladder (ook wel ionische modus):

1 - C - de prime
2 - D - één hele stap vanaf de grondtoon, dus een grote secunde
3 - E - twee hele stappen vanaf de grondtoon, dus een grote terts
4 - F - tweeënhalve stap, dus een reine kwart
5 - G - drieënhalve stap, dus een reine kwint
6 - A - vierenhalve stap, dus een grote sext
7 - B - vijfenhalve stap, dus een grote septiem
(8 - C - zes hele stappen, of twaalf halve, brengen ons bij het octaaf)

Zoals je ziet is alles hier groot of "rein". Dat laatste wil zeggen: de natuurlijke toestand, niet verhoogd en niet verlaagd. Deze ladder bevat dan ook weinig spanning.

De tweede modus, dorisch mineur, begint op de tweede noot van de ladder. D-Dorisch mineur dus.

1 - D - prime
2 - E - één hele stap vanaf D, dus grote secunde
3 - F - anderhalve stap, kleine terts
4 - G - tweeënhalve stap, reine kwart
5 - A - drieënhalve stap, reine kwint
6 - B - vierenhalve stap, grote sext
7 - C - vijf hele stappen, kleineseptiem (ook wel dominant septiem)

Er zijn maar twee verschillen met de vorige modus, namelijk de terts en de septiem. Bij de vorige ladder waren ze groot, hier zijn ze klein, of verlaagd. Dat geeft al iets meer spanning in het geluid, alleen door de terts, die het verschil maakt tussen majeur en mineur.

Ik hoop dat dit een beetje duidelijk is. Bij de andere modi blijft het systeem hetzelfde. Op de site die je hebt gelinkt staat al aangegeven welke intervallen de ladders bevatten, dus aan de hand van de informatie die ik heb gegeven moet je die tabel kunnen interpreteren. Succes!
Gebruikersavatar
basloze fret
Berichten: 4578
Lid geworden op: 14 jun 2008, 12:32

Bericht door basloze fret »

WouterTron schreef:De tweede modus, dorisch mineur, begint op de tweede noot van de ladder. D-Dorisch mineur dus.
De term Dorisch mineur wordt doorgaans niet gebruikt en schept alleen verwarring. Je kan beter spreken van Dorisch.
Gebruikersavatar
Toefes
Berichten: 462
Lid geworden op: 29 mar 2009, 17:00

Bericht door Toefes »

WouterTron schreef:De kerktoonladders zijn de verschillende ladders die ontstaan wanneer je een majeurtoonladder begint te spelen vanaf een andere plek dan de eerste toon. Aangezien er 7 verschillende tonen in de majeurladder zitten (het octaaf, de 8ste noot, dus niet meegeteld), zijn er 7 mogelijke vertrekpunten en dus 7 verschillende kerktoonladders.

Alle ladders bevatten 7 tonen, maar ze klinken allemaal iets anders. Dat komt doordat een toonladder altijd uit halve en hele stappen bestaat, maar deze - afhankelijk van waar je de ladder begint - niet altijd op hetzelfde moment komen. Door die verschillende halve en hele stappen zijn immers de toonsafstanden, oftewel de intervallen, ten op zichte van de grondtoon verschillend. Daarover straks meer.

De zeven intervallen in een ladder krijgen altijd dezelfde algemene naam: we hebben altijd een prime (spreek uit: priem), secunde, terts, kwart, kwint, sext en een septiem. De eerste is de grondtoon, de secunde de tweede toon, etc. Vaak worden ze om die reden gemakshalve ook wel met een nummer aangeduid en spreekt men bijv. van "de drie" i.p.v. "de terts" of "de vijf" i.p.v. "de kwint".

Hoewel echter alle kerktoonladders deze zelfde verzameling van zeven intervallen bevatten, verschillen ze intern wel. Intervallen kunnen namelijk verlaagd of verhoogd worden (met één of meerdere halve stapjes). Ze krijgen dan het bijvoeglijk naamwoord groot/klein, of gewoon verhoogde/verlaagde of zelfs kruis/mol. Het hangt van de enharmonische regels af welke precies van toepassing is, maar dat is nu niet zo erg belangrijk. Een prime blijft altijd een prime en kan niet verhoogd of verlaagd worden (bedenk zelf maar waarom dat eigenlijk logisch is).

Een praktisch voorbeeld van hoe de kerktoonladders/modi worden opgebouwd, met als referentie (hoe kan het ook anders) C-majeur. De normale majeurladder (ook wel ionische modus):

1 - C - de prime
2 - D - één hele stap vanaf de grondtoon, dus een grote secunde
3 - E - twee hele stappen vanaf de grondtoon, dus een grote terts
4 - F - tweeënhalve stap, dus een reine kwart
5 - G - drieënhalve stap, dus een reine kwint
6 - A - vierenhalve stap, dus een grote sext
7 - B - vijfenhalve stap, dus een grote septiem
(8 - C - zes hele stappen, of twaalf halve, brengen ons bij het octaaf)

Zoals je ziet is alles hier groot of "rein". Dat laatste wil zeggen: de natuurlijke toestand, niet verhoogd en niet verlaagd. Deze ladder bevat dan ook weinig spanning.

De tweede modus, dorisch mineur, begint op de tweede noot van de ladder. D-Dorisch mineur dus.

1 - D - prime
2 - E - één hele stap vanaf D, dus grote secunde
3 - F - anderhalve stap, kleine terts
4 - G - tweeënhalve stap, reine kwart
5 - A - drieënhalve stap, reine kwint
6 - B - vierenhalve stap, grote sext
7 - C - vijf hele stappen, kleineseptiem (ook wel dominant septiem)

Er zijn maar twee verschillen met de vorige modus, namelijk de terts en de septiem. Bij de vorige ladder waren ze groot, hier zijn ze klein, of verlaagd. Dat geeft al iets meer spanning in het geluid, alleen door de terts, die het verschil maakt tussen majeur en mineur.

Ik hoop dat dit een beetje duidelijk is. Bij de andere modi blijft het systeem hetzelfde. Op de site die je hebt gelinkt staat al aangegeven welke intervallen de ladders bevatten, dus aan de hand van de informatie die ik heb gegeven moet je die tabel kunnen interpreteren. Succes!
Perfect uitgelegd, thx :)
David had me gisteren ook al het een en ander via Facebook uitgelegd :D
Plaats reactie