Deevit zei het al, maar de aller-aller-aller-aller-aller-allerbeste manier om mooi te leren soleren, is om heel veel solo's te transcriberen die je zelf mooi vindt.
"Transcriberen" betekent niet automatisch dat je ze op papier moet zetten. Maar je moet ze wel helemaal uitzoeken, leren spelen én analyseren. Die laatste stap is vrij cruciaal: zonder analyse leer je ongetwijfeld heel veel techniek en prachtige licks, maar je leert de muzikale concepten erachter nooit te doorgronden. Dan leer je ook nooit – of althans heel moeilijk – om die concepten toe te passen in uiteenlopende situaties. Om effectief te analyseren, helpt het om veel theorie te kennen. De modi ken je in ieder geval alvast!
Enfin, over tot de theorie.
Ik ben een paar keer opnieuw begonnen aan dit stuk, omdat ik steeds maar niet de essentie kon blootleggen. Je vraag "en nu?" vind ik hoe dan ook zeer begrijpelijk en herkenbaar – dat geldt duidelijk ook voor veel anderen. Hier mijn poging tot een antwoord. Het was een goede oefening voor mezelf!
Modi hebben op zichzelf weinig betekenis. Het zijn muzikale gereedschappen, die hun betekenis ontlenen aan hun toepassing. Een zaag heeft geen functie als er geen hout is; een modus heeft geen functie zonder muzikaal materiaal om hem op te gebruiken. Grofweg zijn er drie toepassingen voor modi:
- Vingerzettingen leren: Als je de modi kent, kun je één toonladder in zeven posities spelen. Dit is de minst interessante toepassing.
- Akkoordtonen onthouden: Modi maken het makkelijker om te onthouden waar alle akkoordtonen, inclusief toevoegingen (d.w.z. 7, 9, 11, 13), zitten op de hals. Het is makkelijker om een lijntje te spelen over een Dm9 als je weet dat het D Dorisch is. Deze toepassing is al iets interessanter dan de eerste.
- Substituten en stemvoering: Nu wordt het echt spannend – letterlijk en figuurlijk! Door modi te spelen over akkoorden waarop ze juist níet horen, kun je bepaalde substituutakkoorden en stemvoeringen impliceren. Dat is een heel effectieve manier om spanning te creëren, die je vooral tegenkomt in de jazz. Ik ga nu wat dieper in op deze derde toepassing.
Stel, ik wil het geheel wat interessanter maken. Een veelgebruikt trucje in de jazz, is om de 2-5 in een majeurliedje te vervangen voor een mineur 2-5. Dat wil zeggen: je speelt nog steeds 2-5-1, maar gebruikt de 2 en de 5 die zijn afgeleid uit de mineurtoonladder. In majeur was het Dm7|G7|Cmaj7. In mineur wordt het Dm7b5|G7|Cmaj7. (De eventuele toevoegingen, die we nu even buiten beschouwing laten, zouden ook veranderen.) Dat klinkt al een stuk spannender.
"Maar wacht eens even," hoor ik je zeggen. "Ik ben de bassist: ik speel helemaal geen akkoorden! Ik ben notabene aan het soleren!" Dat klopt, maar het gaat niet om die akkoorden. Het gaat om de modi die bij die akkoorden horen.
Over een Dm7 speel je D Dorisch. Maar over een Dm7b5 speel je meestal D Locrisch. Heel anders dan Dorisch, toch?
Over die G7 kun je in principe nog steeds G Mixolydisch spelen. Maar die was afgeleid van C Majeur, en dat was saai, weet je nog? In plaats daarvan kun je bijvoorbeeld G Phrygisch spelen. Daar zitten een b9 (Ab) en een b13 (Eb) in en die wringen als een gek.
Om dit alles even samen te vatten: terwijl de rest van de band Dm7|G7 speelt, doe jij net alsof ze Dm7b5|G7b9b13 spelen. Anders gezegd: zij spelen een majeur 2-5, maar jij suggereert een mineur 2-5. Je speelt niet Dorisch en Mixolydisch, maar Locrisch en Phrygisch. Bam! Wil je ze helemaal gek hebben? Speel dan over die Cmaj7 nog een maat of twee C Aeolisch, of C mineur blues. Daarmee suggereer je dus helemaal dat we van majeur naar mineur zijn gegaan. Als je plotseling mineur begon te spelen over een majeurakkoord, deed het pijn aan je oren. Maar doordat je de overgang inleidt met de suggestie van een mineur 2-5, kan het nét. Dat is nu op een doelbewuste manier spanning creëren met behulp van modi.
Ik hoop niet dat het je nu duizelt van de akkoordsymbolen en intervallen. Maar het is juist de theorie die verklaart waarom een bepaalde modus wel of niet werkt. Hopelijk helpt dit een beetje. Vraag gerust door als ik iets niet duidelijk heb uitgelegd.