De toevoeging van de methode is dat het meer uitlegt dan positiespel. Daar wordt één hoofdstuk aan gewijd: 'vingerzettingen'.
Het gaat voornamelijk over de verbanden leggen tussen toonladders en akkoorden. Die toonladders en akkoorden kun je spelen (in verschillende vingerzettingen) door middel van dit systeem zonder dat het uitmaakt in welke toonsoort het is. Maar zelf vind ik het belangrijker dat je inzicht krijgt in wannéer je ze kunt gebruiken.
Zo gaat een subhoofdstuk bijvoorbeeld over de gealtereerde toonladder. De toonladder an sich studeren vind ik zelf niet zo nuttig (hoewel je met dit systeem geen enkele toonladder meer hoeft te studeren als je de
kerktoonladders kent). Als je het niet gaat gebruiken ga je het uiteindelijk weer vergeten. Maar als je weet wanneer je de toonladders kunt gebruiken dan kun je daar een hoop nieuwe ideeën mee opdoen en krijg je daarnaast ook meer inzicht waarom bijvoorbeeld die ene noot in dat ene schema nu 'vreemd' klinkt.
Dat leren toepassen komt aan bod in de analyse-hoofdstukken. 'Analyse' klinkt misschien lastig, maar met een paar stappen kun je ieder akkoordenschema analyseren: bekijken welke toonladder bij welk akkoord hoort ('natuurlijk klinkt'). En die stappen sluiten dan weer aan bij het systeem: alles is gelinkt aan 1 systeem. Dus ken je dat systeem, dan worden de connecties logisch.
Wat de methode doet is dus zoveel mogelijk muziektheorie met elkaar verbinden. En dat probeer ik zo overzichtelijk mogelijk te doen. Ik leg dus niet per se iets nieuws uit, maar wellicht vanuit een andere benadering. Het is dus niet gek als er delen bekend zijn, en daarnaast bijt het andere methodes niet.
(Hoewel ik merk dat er voor mijn studenten aan Codarts ook openbaringen zijn, zeker met betrekking tot de toepassing van de gealtereerde toonladder.)
Lang verhaal kort: voor mij persoonlijk is de meerwaarde de toepassing. Ik heb de methode in eerste instantie voor mezelf bedacht en ging muziektheorie pas echt leuk vinden toen ik het kon gaan gebruiken. En dat bleek zo te zijn voor meer mensen.