Rickenbacker 4001 (eind 1973)
Rickenbacker 4001 (eind 1973)
Foto's zijn klikbaar, voor het supersize formaat.
Specs
Neck: Maple/Shedua/Maple gelamineerde hals, neck-through-body design
Toets: 20 fret bubinga toets, sharkfin inlays
Body: 2 solid maple bodywings
Brug: Rickenbacker bassbrug (toploader), met ingebouwde stringmute
Electronika: VVTT, met 3-wayswitch, mono en Rick-O-Sound outputs
Elementen: 1 highgain brugelement, en 1 toaster (gitaar) halselement
Tuners: Grover "Wavey" Tuners
Trussrods: 2 "single action"
Lak: conversion varnish
Bouw
Het gaat hier om een overgangs Rickenbacker 4001 uit het eind van 1973/begin 1974, al reeds met de "moderne" kortere sharkfin inlays en een gewone effen (in plaats van Checkerboard) binding, maar nog steeds met de toaster gitaarpickup in de halspositie, die tevens nog een halve inch dichter bij de hals staat als latere modellen die een highgainelement hebben daar. Ook al is deze dame reeds 38 lentes jong, in tegenstelling tot het menselijk equivalent is deze nog erg ongeschonden door de jaren gekomen. Waar jaren '70 Fenders en Gibsons na jaren van gebruik toch de sporen dragen in de lak en hardware (scheuren/matte plekken/chroom afgesleten) heeft de Rick amper patina, de lak glimt nog altijd als een spiegel, de hardware ziet er uit als nieuw (enkele schroefjes niet tenagelaten), alleen enkele occasionele deukjes en de afgesleten silkscreenletters op de jackplate laten zien dat het om een reeds oud instrument gaat. Na 38 jaar is deze bas nog steeds gebouwd als een rots, er is geen enkel kiertje in het hout te bespeuren, alleen de shedua streep en headstockwings zie je een beetje in de reflectie in de lak, maar vanaf 10 centimeter zie je er al niets meer van. Alles aan deze bas is gebouwd met Lemmy in het achterhoofd, je kunt deze bas bij wijze van spreken achter een terreinwagen slepen voor een dag, 's avonds met een doekje erover gaan, en je merkt er niets van. Door de bouw, vorm en som van de onderdelen heeft deze bas geen deadspots op de hals, en de sustain is geweldig. Je kunt een open E spelen, de bas wegzetten, inkopen gaan doen, een 3-gangenmaaltijd maken voor 4 personen, tafelen, afwassen en een Star Wars marathon houden, en bij de aftiteling van de laatste film zal de laatste E wegsterven, op voorwaarde dat je soufflés van de eerste keer lukken natuurlijk!
Afwerking
De bas is prachtig afgewerkt, de elektronica is na al die jaren, en een occasionele stofzuigbeurt volledig kraakvrij, alles is perfect recht gemonteerd, de frets zijn laag (vintage), maar ook perfect geleveled, en vertonen absoluut geen sporen van slijtage. De toets is gelakt in dezelfde "conversion varnish" waarmee gans de bas gelakt is, en dat is wennen, maar het is niet echt storend (en hangt ook af van de bespeler z'n wensen natuurlijk). Een groot voordeel is dat je hier niet met oliën moet gaan klooien om de toets vers te houden, aangezien ze veilig onder een laklaag zit, is af en toe even afstoffen meer dan voldoende. De stemsleutels zijn na al die jaren nog steeds soepel en erg stemvast, de brug laat zich gemakkelijk instellen, eenmaal je doorhebt hoe het moet. Alleen het staartstuk vertoont wat tekenen van ouderdom, en is een beetje omhoog gekomen, maar die 2-tal millimeter schijnt normaal te zijn, en doet geen afbreuk aan de klank.
Ergonomie
De bas is van een acceptabel gewicht, en hangt erg aangenaam aan de riem. Door het necktrough ontwerp is er amper een halshiel, en komt de body pas bij de neck aan de allerlaatste fret, wat een toegankelijkheid geeft aan de bovenste frets die een toegankelijkheid geeft die amper voorkomt (alleen de gibson-bassen hebben dit ook). De body is niet gecontoured, en alleen de achterkant heeft een afronding aan de rand. De voorkant, met de binding, is gewoon een rechte hoek tussen de voorkant en de zijkant, en deze hoek is toch wel wat scherp, dus bij armcontact bij het spelen voel je het wel. De bas wordt gedomineerd door een enorme brugelementconstructie, met een vrij bescheiden element in, onder een enorme kap, waar, als je ze horizontaal neerzet, nog gemakkelijk 2 MG-42 schutters in kunt plaatsen, en genoeg munitie om het een paar uur uit te houden bij een geallieerde invasie. De kap is een erg mooi rust- & steunpunt om je duim op te zetten bij het plukken achter het brugelement, of als pivotpunt voor plectrumwerk. De knoppen hebben een vrij onlogische volgorde. Waar de standaard is dat de halselementregelingen bovenaan staan, en de brugelementregelingen onderaan , heeft Rickenbacker ervoor gekozen dat de regelingen voor het halselement boven elkaar staan, naar de halskant toe, en de regelingen voor het brugelement daar achter, naar de achterkant toe, met de toneregelingen bovenaan, en de volumeregelingen onderaan. Een beetje contraïntuïtief als je Gibson-achtige layouts gewoon bent, maar niet onhandig, gewoon even het hoofd erbij houden.
Sound
En nu komen we bij het belangrijkste onderdeel, de klank. Mochten er woorden bestaan om de klank uit te drukken, ik zou sprakeloos zijn. Deze bas gromt, brult, zingt en dondert als geen andere, en de klank is direct herkenbaar. Alleen het halselement, een low-output gitaarelement geeft een erg diep en romig geluid, niet punchy, maar warm, op de hogere posities geeft het een heerlijke, zangerige klank met een zoete midrange. De tussenstand geeft dezelfde klank als het halselement solo, maar dan met meer punch. Het brugelement is een beetje raar. Doordat er een condensator in het circuit zit (dat gele ding op de foto, bedoeld om de vroegere versterkers te beschermen tegen teveel output) is de klank erg beknepen en stil. Vergelijk het als rijden in een gloednieuwe Porsche 911 Turbo, met een rijinstructeur naast je, die de weg en snelheidsbeperkingen veel te goed kent. Bypass die condensator (gewoon een draadbruggetje maken), en je ontbindt alle duivels waar je maar weet van hebt, en hun uitgebreide en aangetrouwde familie. Op deze stand snijdt de bas niet door de mix, hij maakt er vakkundig een julienne gesneden groentensoepje van, opgediend met fijngehakte kruiden. De klank is ERG stuwend en punchy. Verfijnd, maar hard, ruig en vuig. Speel geplukt vlak bij de brug, en het enige waar een Jazz-Bass goed in is (die brugelementknor) komt daar ook uit. Gespeeld met plectrum geeft dit DE rocksound, naast de P-bass ronk. De elementen zijn ook stereo te gebruiken, zo kun je je halselement naar 1 versterker sturen, en het brugelement naar een andere versterker, om zo een veel ruimtelijkere sound te krijgen.
Besluit
Het kost wat dinero's, maar het is het totaal waard. Een iconische tank van een bas, gebouwd om verscheidene beschavingen te overleven.
+ klank, looks, betrouwbaarheid, bouw
+ Iconische uitstraling
+ Geen deadspots op de hals te vinden, sustain tot in het oneindige.
- Hals afstellen vraagt wat inleeswerk (je kunt niet zomaar aan de trussrods draaien)
- De scherpe overgang tussen zijkant & voorkant van de body
(- gelakte toets, moet je juist maar liggen)
(-de condensator in het brugelement, maar da's snel verholpen met een ijzerdraadje).
Specs
Neck: Maple/Shedua/Maple gelamineerde hals, neck-through-body design
Toets: 20 fret bubinga toets, sharkfin inlays
Body: 2 solid maple bodywings
Brug: Rickenbacker bassbrug (toploader), met ingebouwde stringmute
Electronika: VVTT, met 3-wayswitch, mono en Rick-O-Sound outputs
Elementen: 1 highgain brugelement, en 1 toaster (gitaar) halselement
Tuners: Grover "Wavey" Tuners
Trussrods: 2 "single action"
Lak: conversion varnish
Bouw
Het gaat hier om een overgangs Rickenbacker 4001 uit het eind van 1973/begin 1974, al reeds met de "moderne" kortere sharkfin inlays en een gewone effen (in plaats van Checkerboard) binding, maar nog steeds met de toaster gitaarpickup in de halspositie, die tevens nog een halve inch dichter bij de hals staat als latere modellen die een highgainelement hebben daar. Ook al is deze dame reeds 38 lentes jong, in tegenstelling tot het menselijk equivalent is deze nog erg ongeschonden door de jaren gekomen. Waar jaren '70 Fenders en Gibsons na jaren van gebruik toch de sporen dragen in de lak en hardware (scheuren/matte plekken/chroom afgesleten) heeft de Rick amper patina, de lak glimt nog altijd als een spiegel, de hardware ziet er uit als nieuw (enkele schroefjes niet tenagelaten), alleen enkele occasionele deukjes en de afgesleten silkscreenletters op de jackplate laten zien dat het om een reeds oud instrument gaat. Na 38 jaar is deze bas nog steeds gebouwd als een rots, er is geen enkel kiertje in het hout te bespeuren, alleen de shedua streep en headstockwings zie je een beetje in de reflectie in de lak, maar vanaf 10 centimeter zie je er al niets meer van. Alles aan deze bas is gebouwd met Lemmy in het achterhoofd, je kunt deze bas bij wijze van spreken achter een terreinwagen slepen voor een dag, 's avonds met een doekje erover gaan, en je merkt er niets van. Door de bouw, vorm en som van de onderdelen heeft deze bas geen deadspots op de hals, en de sustain is geweldig. Je kunt een open E spelen, de bas wegzetten, inkopen gaan doen, een 3-gangenmaaltijd maken voor 4 personen, tafelen, afwassen en een Star Wars marathon houden, en bij de aftiteling van de laatste film zal de laatste E wegsterven, op voorwaarde dat je soufflés van de eerste keer lukken natuurlijk!
Afwerking
De bas is prachtig afgewerkt, de elektronica is na al die jaren, en een occasionele stofzuigbeurt volledig kraakvrij, alles is perfect recht gemonteerd, de frets zijn laag (vintage), maar ook perfect geleveled, en vertonen absoluut geen sporen van slijtage. De toets is gelakt in dezelfde "conversion varnish" waarmee gans de bas gelakt is, en dat is wennen, maar het is niet echt storend (en hangt ook af van de bespeler z'n wensen natuurlijk). Een groot voordeel is dat je hier niet met oliën moet gaan klooien om de toets vers te houden, aangezien ze veilig onder een laklaag zit, is af en toe even afstoffen meer dan voldoende. De stemsleutels zijn na al die jaren nog steeds soepel en erg stemvast, de brug laat zich gemakkelijk instellen, eenmaal je doorhebt hoe het moet. Alleen het staartstuk vertoont wat tekenen van ouderdom, en is een beetje omhoog gekomen, maar die 2-tal millimeter schijnt normaal te zijn, en doet geen afbreuk aan de klank.
Ergonomie
De bas is van een acceptabel gewicht, en hangt erg aangenaam aan de riem. Door het necktrough ontwerp is er amper een halshiel, en komt de body pas bij de neck aan de allerlaatste fret, wat een toegankelijkheid geeft aan de bovenste frets die een toegankelijkheid geeft die amper voorkomt (alleen de gibson-bassen hebben dit ook). De body is niet gecontoured, en alleen de achterkant heeft een afronding aan de rand. De voorkant, met de binding, is gewoon een rechte hoek tussen de voorkant en de zijkant, en deze hoek is toch wel wat scherp, dus bij armcontact bij het spelen voel je het wel. De bas wordt gedomineerd door een enorme brugelementconstructie, met een vrij bescheiden element in, onder een enorme kap, waar, als je ze horizontaal neerzet, nog gemakkelijk 2 MG-42 schutters in kunt plaatsen, en genoeg munitie om het een paar uur uit te houden bij een geallieerde invasie. De kap is een erg mooi rust- & steunpunt om je duim op te zetten bij het plukken achter het brugelement, of als pivotpunt voor plectrumwerk. De knoppen hebben een vrij onlogische volgorde. Waar de standaard is dat de halselementregelingen bovenaan staan, en de brugelementregelingen onderaan , heeft Rickenbacker ervoor gekozen dat de regelingen voor het halselement boven elkaar staan, naar de halskant toe, en de regelingen voor het brugelement daar achter, naar de achterkant toe, met de toneregelingen bovenaan, en de volumeregelingen onderaan. Een beetje contraïntuïtief als je Gibson-achtige layouts gewoon bent, maar niet onhandig, gewoon even het hoofd erbij houden.
Sound
En nu komen we bij het belangrijkste onderdeel, de klank. Mochten er woorden bestaan om de klank uit te drukken, ik zou sprakeloos zijn. Deze bas gromt, brult, zingt en dondert als geen andere, en de klank is direct herkenbaar. Alleen het halselement, een low-output gitaarelement geeft een erg diep en romig geluid, niet punchy, maar warm, op de hogere posities geeft het een heerlijke, zangerige klank met een zoete midrange. De tussenstand geeft dezelfde klank als het halselement solo, maar dan met meer punch. Het brugelement is een beetje raar. Doordat er een condensator in het circuit zit (dat gele ding op de foto, bedoeld om de vroegere versterkers te beschermen tegen teveel output) is de klank erg beknepen en stil. Vergelijk het als rijden in een gloednieuwe Porsche 911 Turbo, met een rijinstructeur naast je, die de weg en snelheidsbeperkingen veel te goed kent. Bypass die condensator (gewoon een draadbruggetje maken), en je ontbindt alle duivels waar je maar weet van hebt, en hun uitgebreide en aangetrouwde familie. Op deze stand snijdt de bas niet door de mix, hij maakt er vakkundig een julienne gesneden groentensoepje van, opgediend met fijngehakte kruiden. De klank is ERG stuwend en punchy. Verfijnd, maar hard, ruig en vuig. Speel geplukt vlak bij de brug, en het enige waar een Jazz-Bass goed in is (die brugelementknor) komt daar ook uit. Gespeeld met plectrum geeft dit DE rocksound, naast de P-bass ronk. De elementen zijn ook stereo te gebruiken, zo kun je je halselement naar 1 versterker sturen, en het brugelement naar een andere versterker, om zo een veel ruimtelijkere sound te krijgen.
Besluit
Het kost wat dinero's, maar het is het totaal waard. Een iconische tank van een bas, gebouwd om verscheidene beschavingen te overleven.
+ klank, looks, betrouwbaarheid, bouw
+ Iconische uitstraling
+ Geen deadspots op de hals te vinden, sustain tot in het oneindige.
- Hals afstellen vraagt wat inleeswerk (je kunt niet zomaar aan de trussrods draaien)
- De scherpe overgang tussen zijkant & voorkant van de body
(- gelakte toets, moet je juist maar liggen)
(-de condensator in het brugelement, maar da's snel verholpen met een ijzerdraadje).
rich13 schreef:Sanders is gek op kinderen!!! Gebakken dan...
dejohan schreef:Een hamer is nutteloos als je begonia's wil kweken.
- VanderVeen
- Berichten: 8237
- Lid geworden op: 13 sep 2010, 23:12
- wombatboter
- Berichten: 22641
- Lid geworden op: 29 jan 2007, 23:03
Ik vind het nog altijd één van de mooiste bassen ooit...
Na het bespelen echter van mijn eigen model (van recentere datum) kwam ik toch tot de conclusie dat zo'n Rick niet echt iets voor mij was. Ik vind het toch meer een rock-bas dan iets anders en ik miste wat veelzijdigheid.
Je ziet een Rick eigenlijk ook meestal in rock-contexten (vaak met plectrum) dus dat wil eigenlijk al iets zeggen (frappant dat je ze niet ziet bij reggae-groepen terwijl het ding daar toch erg goed overeind zou blijven).
Ik herinner me dat Rick (what's in a name) James nog met een Rick te zien was maar ook in soul-toestanden merk je ze niet vaak op.
De knor van mijn exemplaar vond ik eigenlijk ook helemaal niet te vergelijken met die van een jazz-bas, de Rick-knor was veel "killer" en miste warmte (misschien is dat bij deze beter).
De boter-klank van zo'n bas is echter subliem en het romige is echt heerlijk als je met dergelijke klank naar buiten wil komen.
Ik grijp zelf nog vaak naar de Rick van de studio waar ik soms kom om bepaalde tracks met het ding in te spelen en dan pompt zo'n Rick erg prettig..
Boodschap is zoals altijd om toch het ding eens te proberen vooraleer je voor de bijl gaat.
Een vriend van me was altijd gék op Rickenbackers maar had er nog nooit één bespeeld.
Toen hij in het walhalla van de kelders van de ICP-studios stond (ben er ooit al geweest en er staat een toch wel fantastische verzameling vintage gitaren-bassen-versterkers voor de "klanten") kreeg hij zijn kans en hij moest helaas concluderen dat hij er met zijn speelstijl niet op weg kon..
Goed geschreven overigens, William...serieus talent voor recensies.
Na het bespelen echter van mijn eigen model (van recentere datum) kwam ik toch tot de conclusie dat zo'n Rick niet echt iets voor mij was. Ik vind het toch meer een rock-bas dan iets anders en ik miste wat veelzijdigheid.
Je ziet een Rick eigenlijk ook meestal in rock-contexten (vaak met plectrum) dus dat wil eigenlijk al iets zeggen (frappant dat je ze niet ziet bij reggae-groepen terwijl het ding daar toch erg goed overeind zou blijven).
Ik herinner me dat Rick (what's in a name) James nog met een Rick te zien was maar ook in soul-toestanden merk je ze niet vaak op.
De knor van mijn exemplaar vond ik eigenlijk ook helemaal niet te vergelijken met die van een jazz-bas, de Rick-knor was veel "killer" en miste warmte (misschien is dat bij deze beter).
De boter-klank van zo'n bas is echter subliem en het romige is echt heerlijk als je met dergelijke klank naar buiten wil komen.
Ik grijp zelf nog vaak naar de Rick van de studio waar ik soms kom om bepaalde tracks met het ding in te spelen en dan pompt zo'n Rick erg prettig..
Boodschap is zoals altijd om toch het ding eens te proberen vooraleer je voor de bijl gaat.
Een vriend van me was altijd gék op Rickenbackers maar had er nog nooit één bespeeld.
Toen hij in het walhalla van de kelders van de ICP-studios stond (ben er ooit al geweest en er staat een toch wel fantastische verzameling vintage gitaren-bassen-versterkers voor de "klanten") kreeg hij zijn kans en hij moest helaas concluderen dat hij er met zijn speelstijl niet op weg kon..
Goed geschreven overigens, William...serieus talent voor recensies.
what fools these mortals be
-
- Berichten: 686
- Lid geworden op: 29 nov 2009, 22:02
Toen ik las "walhalla" ben ik eens gaan google-en. Ongelofelijke collectie. Ik vond vooral de gitaren en versterkers interessant. Is dat niet die studio die even te koop heeft gestaan? Te gekke site ook. Mooie tekeningen van E.Vermeulen is dat zeker?wombatboter schreef:
Toen hij in het walhalla van de kelders van de ICP-studios stond (ben er ooit al geweest en er staat een toch wel fantastische verzameling vintage gitaren-bassen-versterkers voor de "klanten") (... ) Goed geschreven overigens, William...serieus talent voor recensies.