Maar goed. Het ding is af.
Fretloos
Shortscale (30 inch)
Esdoorn zijkanten
Gewelfd fichte bovenblad
Gewelf gevlamd esdoorn achterblad (bookmatched)
De hals bestaat uit twee delen esdoorn en een strook mahonie in het midden
De topkam, brug en staartstuk zijn van ebben.
De fretloze toets is van ebben met ingelegde mahonie fretlijntjes
Gotoh res-o-lite stemmechanieken
Pyramid flatwounds
De bas heeft aan de voorzijde twee klankpoorten. Dit zijn niet alleen klankgaten maar daadwerkelijk een soort sleuven waar het geluid doorheen gaat. Het geluid legt een iets langere weg af dan normaal.
Aan de zijkant -voor de bespeler- bovenkant zit nog een klankgat. Dit zorgt ervoor dat het geluid naar boven projecteert zodat de bespeler zichzelf goed hoort. De bas is namelijk vooral bedoeld voor mezelf thuis op de bank. Dit klankgat is af te sluiten door middel van een gebogen plaatje mahonie.
Het klankgat doet tevens dienst al "inspectieluikje" voor wanneer ik de stapel moet (her)plaatsen. De bas heeft namelijk een zangbalk en een stapel. Net zoals bij de constructie van een cello, viool of contrabas.
Het was mijn bedoeling om een bas te bouwen die zonder versterking zo luid mogelijk zou klinken. Dat is niet gelukt. De bas klinkt even hard of zacht als elke andere akoestische bas. Maar het karakter is wel van een soort mini-contrabas. Dat vind ik wel leuk.
Het was een leerzame ervaring. Op naar het volgende projekt.
